Op 26 juni wordt in Hilversum het traditionele ‘Mediapark Jaarcongres’ gehouden.
Tientallen sprekers van uiteenlopende publicatieplatforms geven hun visie op innovatie. Het is zwaar weer in deze industrietak en dan houd je alleen het hoofd boven water als je op tijd nieuwe wegen inslaat.
Je kon een eindeloze rij sprekers en workshops volgen. Ik had me uitsluitend gemeld voor een lunchmeeting met Matt Boggie, hoofd van de onderzoekafdeling bij The New York Times. Om eerlijk te zijn, was ik een beetje teleurgesteld aan het eind van de sessie. Daar is ook een reden voor: iemand anders bij deze prestigieuze krant liet pas geleden een intern strategierapport lekken. De inhoud loog er niet om. De ‘NYT’ nam zichzelf stevig de maat en toonde tekenen van jaloezie als er vergelijkingen werden gemaakt met concurrerende kranten.
Matt Boggie wilde geen woord zeggen over dat rapport, terwijl ik me daar nou juist zo op had verheugd. Je moet namelijk weten dat The Times één van de meest innovatieve krantenconcerns is en de afgelopen jaren waanzinnig mooie projecten heeft opgezet. Als zo’n bedrijf kritisch naar z’n eigen toekomst kijkt, wil ik daar graag alles, maar dan ook alles over horen.
Overigens was het verhaal van Boggie best interessant. Hij is een goed communicerende computernerd en in eerste instantie geïnteresseerd in techniek. Toch was ‘ie realistisch genoeg om ons mee te geven dat het allemaal uitsluitend draait om de inhoud (content heet dat in onze kringen). En daar heeft de man volledig gelijk in: een prachtige website zonder bijzondere verhalen zal nooit een succes worden.
