Van standpunt naar dialoog, deel II

Van standpunt naar dialoog deel 2
Neem contact met ons op als je vragen hebt.
Mail met Gerard

Deel dit verhaal als je wilt…

Het vertrouwen in de journalistiek neemt af. De burger draait z’n rug naar gevestigde media-organisaties en gaat zelf op zoek naar ‘de waarheid’. Dat is lastig net nu ‘fake news’ razendsnel in omvang toeneemt. Betrouwbare en professionele journalisten zijn hard nodig. Op welke wijze moet de journalistiek innoveren om zich de rol van ‘waakhond van de democatie’ weer toe te kunnen eigen? Misschien biedt dit verhaal uit 2007 een oplossingsrichting.

Dun cement

Tijdens de presentatie van het boek ‘Journalistiek in Nederland 1850-2000’ zei auteur en mediahistoricus Huub Wijfjes dat de journalistiek te maken heeft met een sterk veranderende cultuur, technologie en burgerschap.

“Onafhankelijkheid, objectiviteit, zorgvuldig taalgebruik, afstandelijkheid en geëngageerd waarheidsstreven hebben aan belang ingeboet. Interactiviteit, beeldbaarheid, vrijblijvend engagement, tijdelijke emotionele binding en snel wisselende persoonlijke keuzes zijn juist belangrijker geworden. De mondige burger verwacht dat ook de journalistiek verantwoording aflegt over keuzes. In elke samenleving, ook die waarin iedereen zijn eigen digitale ding doet, is vertrouwen namelijk het cement. Als het vertrouwen ontbreekt, dan ontbreekt ook de geloofwaardigheid”.

Ook GJ Bogaerts, chef van de internetredactie van de Volkskrant noemt het ontbreken van vertrouwen als bedreiging voor de journalistiek. Een citaat uit zijn weblog van 14 oktober 2005:

“De journalistiek, met name die in de kwaliteitskranten, verkeert in grote problemen door nieuwe technologische ontwikkelingen, een veranderend mediagebruik, en een toenemend wantrouwen tegen de verslaggeving door de massamedia. Wij journalisten hebben nog geen afdoend antwoord gevonden”. 

Betrouwbaarheid

De vraag is of Wijfjes en Bogaerts niet teveel somberen. Uit een representatief onderzoek van dagblad Trouw (begin 2005) valt op te maken dat acht van de tien Nederlanders wel tevreden zijn over de massamedia. De respondenten zeggen dat de informatie uit de krant, of op radio en tv ‘eerlijk, snel en volledig is’. Het onderzoek werd gedaan in een periode dat politici als premier Balkenende en de ministers Zalm en Donner de media ronduit ‘onbetrouwbaar’ en ‘op sensatie belust’ noemden. Zelfs koningin Beatrix liet zich ontvallen dat in de media ‘de leugen regeert’. Dat meenden sommige journalisten tenminste te hebben gehoord tijdens een besloten bijeenkomst van het Genootschap van Hoofdredacteuren’.

Naar aanleiding van de berichtgeving in Trouw hield het radioprogramma Stand.nl op 3 februari 2005 ook een peiling. De luisteraars zeiden massaal (76%) dat ze het niet eens waren met de stelling ‘De media zijn betrouwbaar’. Dat komt overeen met de resultaten van langlopend onderzoek naar mediabetrouwbaarheid in de Angelsaksische landen (Zie bijvoorbeeld: People Press, section 5: Media Credibility, 2006).

Vertrouwen in de journalistiek

Hoe zit het nou? Misschien helpt een blik over de zuidgrens; niet te ver weg en daardoor waarschijnlijk redelijk vergelijkbaar met de situatie in ons land. De Vlamingen hebben in 2000 uitgebreid universitair onderzoek gedaan naar het vertrouwen van het publiek in de journalistiek. In 1996 genoten de media nog (slechts) het vertrouwen van 23% van de bevolking. In 1998 zakte dat percentage naar 21,8 en in 2000 geloofde nog maar 15,7% in de journalist als bewaker van de democratische samenleving. Om het nog wat erger te maken: de Vlaming heeft 3x zoveel vertrouwen in de politie, meer vertrouwen in de kerk, de vakbonden, in de regering en zelfs in justitie. Niet dat deze organisaties erg hoog scoren, maar in ieder geval beter dan de journalistiek.

Er is dus iets grondig mis met het draagvlak voor journalisten en programmamakers. In ieder geval in België. Toegegeven: de cijfers uit België zijn al wat ouder en de cijfers uit Nederland zijn voor meerdere uitleg vatbaar. Toch durf ik de stelling aan dat de lezer, luisteraar en kijker een stuk minder met ons op heeft dan voorheen. Wij hebben de tijdgeest en de technologische ontwikkelingen onvoldoende in de gaten gehouden. Veel te lang hebben we de burger onze werkelijkheid en waarheid opgedrongen. We hadden niet in de gaten dat het ongewenst was wat we deden en dat de ontvanger het zat was.

Biotoopbezoek

Het succes van het NCRV-radioprogramma Stand.nl zit ‘m in het feit dat de multimediale phone-in formule precies op tijd werd geboren, op 2 april 2001. Pim Fortuyn en Theo van Gogh waren niet vermoord en de Twin Towers stonden nog fier overeind. Toch was er al sprake van een grote mate van onrust in de samenleving. Er heerste ontevredenheid, maar toentertijd kon die onvrede nog niet zo massaal via internet worden geventileerd. De traditionele mediakanalen waren nog nodig. De eerste weken was er weinig drukte op het forum van Stand.nl. De redactie was met vijftien bezoekers per dag wel tevreden. Inmiddels weten we dat belangwekkende gebeurtenissen makkelijk dertigduizend pageviews opleveren.

Stand.nl heeft voor- en tegenstanders. De welgezinden spreken graag liefkozend over ‘de thermometer van de samenleving’. Mediaprofessor Henri Beunders hecht extreem veel waarde aan het programma en zei ooit dat politici beter hadden moeten luisteren naar Stand.nl, dan was de opkomst van Fortuyn niet zo’n verrassing geweest. Sommige politici gebruiken de uitslagen van de peilingen in Stand.nl om hun betoog in de Kamer mee op te leuken. Anderen noemen het programma schamper de ‘stellingenfabriek van Hilversum’ en voegen daar graag woorden als ‘ongenuanceerd’ en ‘simpel’ aan toe.

Meerdere keren is geëxperimenteerd met een televisievariant van het programma. Die bleek niet de impact te hebben die we hadden verwacht op basis van de ervaringen met radio, internet en telefonie. Toch waren het leerzame periodes. Voor televisie werd een satellietwagen gestuurd naar een plek die een logische relatie had met de stelling van de dag. Twee redacteuren instrueerden op deze ‘standplaats’ het publiek dat in de uitzending mocht reageren. De programmamakers moesten dus dagelijks het land in. Het rechtstreekse contact tussen burgers en programmamakers was verhelderend en leverde regelmatig spannende momenten op, niet zozeer tijdens de uitzending, maar zeker op de locatie. Vooral in achterstandwijken liepen de emoties hoog op. We kregen het verwijt dat we geen idee hadden van hetgeen er echt leefde onder de bevolking.

Stem van het volk

Een programma met ‘vox populi’, maar met een verkeerd beeld van de thema’s in het land. Het heeft onze ogen geopend en ik wil iedere hoofdredacteur adviseren z’n medewerkers eens de straat op te sturen voor wat ‘buurtonderzoek’. En belangrijker nog misschien… ga zelf mee!

We zijn na Stand.tv –met andere programma’s- regelmatiger het land ingetrokken. Met in de achterzak een ‘zilveren theelepeltje’ voor mensen die waardevol zijn voor de wijk waarin ze wonen, of met de ‘verkiezing van de mooiste plek van Nederland’. De waardering voor dit soort initiatieven is groot, maar –vanuit traditioneel journalistiek perspectief- vinden we het nog te mager. We willen graag een meer inhoudelijke dialoog entameren, over thema’s die de samenleving diep raken. Een grote wens van de NCRV is om de multi-religieuze aspecten van onze maatschappij beter bespreekbaar te maken, zodanig dat de kloof tussen burgers wordt verkleind en polarisatie wordt vermeden. Rondom 10 doet een verdienstelijke poging, maar nog steeds vanaf een podium in de Randstad. Binnenkort trekken we onder de werktitel ‘famous formats’ met Stand.nl en Rondom 10 het land in, op zoek naar aansluiting bij het publiek.

[Aanvulling in april 2019: de KRO-NCRV zoekt nog steeds naar samenwerking met het publiek. ‘De Monitor‘ op televisie is een goed voorbeeld, net als de ‘Spraakmakers community‘ op radio en internet.]

Het pleidooi om de mediagebruiker in z’n eigen biotoop op te zoeken, zou kunnen leiden tot de conclusie dat regionale bladen en omroepen veel sneller en eenvoudiger successen kunnen boeken. Dat blijkt niet helemaal op te gaan. De regionale kranten gaat het niet voor de wind. De regionale publieke omroepen wel. Met camjo-journalistiek en zeer succesvolle dramaseries realiseren de ‘regionalen’ nieuwe programmavormen die voor binding zorgen en door het publiek worden gewaardeerd.

Einde deel 2


Van standpunt naar dialoog, deel 2.
Een geactualiseerde versie van hoofdstuk twaalf uit het boek ‘De toekomst van de journalistiek‘, 2007, onder eindredactie van Nico Drok. Een uitgave van Boom, ISBN: 9789085063087. De schrijver heeft -ten tijde van de eerste druk- een managementfunctie bij de Nederlandse Publieke Omroep.

Lees ook deel I


Wordt vervolgd. Deel 3 van deze serie gaat over de regionale journalistiek en verschijnt op 12 april 2019.

Ontdek meer van Textmaker