De digitalisering en het internet hebben de vertrouwde mediawereld voorgoed veranderd. Krantenconcerns raken hun betalende abonnees kwijt, de muziekindustrie weet dat de CD-verkoop op z’n einde loopt en TV-zenders moeten toezien hoe jongeren hun tijd spenderen aan YouTube en ouderen de overstap maken naar Netflix.
Verdienmodellen verleden tijd
Alle traditionele verdienmodellen lijken voltooid verleden tijd. Dat doet pijn, maar het opent ook perspectieven. Nieuwe businessmodellen poppen op. Ze zijn vaak nog verre van winstgevend (Blendle, De Correspondent, honderden digitale radiostations, muziekradio van Apple, etc.).
We zitten in een fase van een mediaconvergentie. Het Internet slurpt alle traditionele platforms naar binnen. Organisaties veranderen; vaak noodgedwongen. Alles staat ter discussie.
Kwaliteitsjournalistiek onder druk
Het is jammer dat de kwaliteitsjournalistiek daardoor ook onder druk staat. De krantenuitgevers kunnen geen dure redacties meer betalen en de publieke zendgemachtigden hebben noodgedwongen een kwart van hun budget ingeleverd. Het ziet er dus niet zo best uit.
Gelukkig zijn er nog steeds optimisten. Pieter Oostlander, Teun Gauter en Sam Van Dyck maken in een document van 11 pagina’s duidelijk dat zijn nog zeker 52 manieren weten om geld te verdienen met kwaliteitsjournalistiek. Dat is een hoopvol geluid in onzekere tijden.
Alternatief: brand journalism
Het valt me op dat de mannen de ogen niet sluiten voor mengvormen van journalistiek en marketing. Tussen die 52 gouden bergen wordt ook verwezen naar relatief nieuwerwetse begrippen als ‘branded content’ en ‘brand journalism’. Het traditionele journaille is daar wars van. Zij zullen zich stevig verzetten tegen mogelijke inmenging van geldschieters bij de uitvoering van het journalistieke handwerk. Dat wordt een achterhoede gevecht. Het is het onvermijdelijk is dat het bedrijfsleven mee gaat betalen aan goede en onafhankelijk journalistiek. We moeten alleen de spelregels nog even bepalen…