HOOFDSTUK 1 | INLEIDING
Deze handleiding over WordPress is geschreven voor klanten van Textmaker | websitebouw.
Je krijgt achtergrondinformatie over WordPress, over de werkwijze van Google, over het publiceren van berichten, over het updaten van de plug-ins en over het servicepakket van Textmaker. Een paar pagina’s zijn uitsluitend bedoeld voor mijn klanten (beveiligd met een wachtwoord). De rest van de informatie is vrij toegankelijk. Veel leesplezier!
Je hebt een goede keus gemaakt! WordPress is razend populair en wordt wereldwijd door miljoenen mensen gebruikt. Het is een ‘open source’ systeem. De programmeercode wordt ontwikkeld door een enthousiaste gemeenschap van ‘webbies’. Duizenden techneuten werken iedere dag aan verbeteringen. Je raakt dus niet afhankelijk van één bedrijf dat WordPress verkoopt. WordPress wordt geen commerciële monopolist en kan evenmin failliet gaan. Fijn!
In principe betaal je voor je website alleen je domeinnaam en de serverruimte bij je internetprovider (meestal zo’n €75,00 per jaar). Verder hoef je geen kosten te maken voor je digitale visitekaartje, maar het kán wel…
Je kunt tegenwoordig pakketten kopen om je website nog mooier en persoonlijker te maken (gemiddeld tussen de 40 en de 60 Euro, eenmalig of met een abonnement). Als je een webshop aan je site wilt koppelen, dan gaat de meter overigens behoorlijk lopen.
WordPress is dus in principe gratis. Het tweede voordeel is dat je zelf voor het onderhoud kunt zorgen. Je hoeft geen servicecontracten af te sluiten met webbouwers. Dat kan wel, maar het is niet echt nodig. Als je een beetje handig bent met een computer, dan kom je een heel eind. Laat ik het anders stellen: als je een document kunt maken in Word, dan gaat WordPress ook vast wel lukken….
De laatste jaren zijn de mogelijkheden van WordPress sterk uitgebreid. Dat gaat in de meeste gevallen ten koste van de oorspronkelijke eenvoud van de software.
Alles draait om de eenvoud
Het is handig om te weten dat WordPress ooit is bedacht door een paar bloggers. Zij wilden hun verhalen -super simpel en snel- op internet kunnen zetten. Pas later zijn er extra functionaliteiten toegevoegd waarmee je ook complete websites kunt bouwen. Maar het uitgangspunt is hetzelfde gebleven: het moet eenvoudig zijn om iets ‘online’ te zetten.
De basis van jouw website is gebouwd. Je kunt er nu zelf van alles aan gaan toevoegen: foto’s, video, audio en natuurlijk tekst.
Ik ga er van uit dat je graag wilt dat andere mensen jouw website gaan ontdekken. Dat lukt niet vanzelf, je zult er wel iets voor moeten doen. Je kunt -bijvoorbeeld- al je vrienden en familie een link sturen naar je homepage. Of je vraagt al je Facebookvrienden en je hele LinkedIn-netwerk om eens een bezoek aan je site te brengen. Maar het allerbelangrijkste is dat Google weet dat je een website hebt gepubliceerd.
Google is een baas
Google laat ‘robots’ het web afzoeken naar internetadressen (weblinks). Dat gebeurt 24 uur per dag, zeven dagen per week. Toch kan het lang duren voordat de robots jouw site hebben gevonden. Je moet dus hun aandacht trekken (en vasthouden). Ik heb Google alvast verteld dat je bestaat. Dat gebeurt op bij speciaal meldpunt waar nieuwe sites hun eerste ‘scan’ kunnen aanvragen. Nu is het zaak om de robots geïnteresseerd te houden. Als ze vaker een ‘link’ naar jouw site vinden, dan zul je steeds hoger in de zoekresultaten komen.
Je kunt vrienden vragen om op hun website een link naar de jouwe te zetten. Dat helpt. Natuurlijk maak je dan ook een verwijzing naar de website van je vrienden. Maar let op: koop nooit links. Er zijn bedrijven die -tegen betaling- jouw adres (URL) op verschillende websites willen plaatsen. Google ziet dat als fraude en geeft je strafpunten. Je komt dan lager in de lijst met zoekresultaten (‘ranking’).
Laat zien dat je leeft
Google wil graag activiteit zien op jouw pagina. Als er maandenlang niet gebeurt, dan denken de robots dat je andere dingen bent gaan doen. Ze zien dan geen reden om jouw website nog echt serieus te nemen.
Mijn advies: publiceer met enige regelmaat een nieuw bericht op je site. Iedere dag een verhaaltje is geweldig, maar waarschijnlijk onhaalbaar. Kies daarom voor een publicatiefrequentie van een week, of een maand. Schrijf relevante zaken die een duidelijk verband hebben met de ‘core business’ van jouw website.
Als je een website hebt over fotografie, schrijf dan artikelen over fotografen, over de belichtingsdriehoek en over flitsers. Als je acupuncturist bent, publiceer dan over naalden, Chinese geneeskunde en de energetische balans. Enfin: het zal wel duidelijk zijn. Schoenmaker blijf bij je leest!
De robots van Google kunnen het best uit de voeten met tekst. Daar kunnen ze veel informatie uit halen. De interpretatie van foto’s en video staat nog in de kinderschoenen. Het is dus belangrijk dat je steeds een ‘substantiële’ hoeveelheid tekst op je site zet. Als je een vuistregel wilt: iets meer dan driehonderd woorden per keer is mooi.
Pagina’s en berichten
Jouw website bestaat uit een aantal vaste pagina’s. De meeste zie je terug in het ‘navigatiemenu’. De homepage is daarvan een voorbeeld, net als de ‘over mij-’ en de contactpagina. Pagina’s hebben een lange levensduur. Ze zijn redelijk tijdloos. Je moet er soms wel eens iets aan veranderen, maar dat zijn meestal details. Ze zijn de vaste pijlers van je website, ze vormen de basisstructuur.
Behalve pagina’s zijn er ook ‘berichten’. Dat zijn tijdgerelateerde verhalen. Toen WordPress voor het eerst verscheen (2003) kon je alleen maar berichten aanmaken. Bedenk dat het systeem is bedacht voor bloggers die steeds nieuwe verhalen op internet wilden plaatsen.
De berichten worden voorzien van een publicatiedatum en meestal de naam van de auteur. Ze hebben ‘actualiteitswaarde’ (neem dat niet al te letterlijk).
De opbouw van een bericht was oorspronkelijk vrij simpel, met ruimte voor een hoofdtitel en voor tekst. Tegenwoordig kun je berichten prachtig vormgeven. Je mag kleurtjes aanbrengen, woorden vet maken, onderstrepen, of cursief schrijven, een regelnummering aanbrengen en verschillende variaties van uitlijning kiezen. Verder kun je allerlei andere media aan berichten toevoegen (foto’s, audio, grafieken, video). Het lijkt echt een beetje op Word…
Tussenkopjes zijn hoofdzaak
Eén van de belangrijkste opmaakmogelijkheden is het aanbrengen van ‘kopteksten’. Dat zijn de tussenkoppen die een nieuw onderdeel van je verhaal beschrijven. Je kunt tussenkopjes maken voor hoofdstukken, alinea’s, paragrafen en sub-paragrafen. Ze zijn extra belangrijk omdat Google ze gebruikt om de structuur in je website te analyseren. Ik zal je later uitleggen hoe je kopteksten op de beste manier inzet.
Je zult waarschijnlijk de komende tijd alleen berichten gaan maken. De pagina’s van je site zijn immers al klaar en die kunnen wel een tijdje mee. Misschien wil je op een paar pagina’s de teksten nog iets wijzigen, een typefout verbeteren, of een foto toevoegen, maar de grootste aandacht gaat ongetwijfeld uit naar de berichten.
Er zit niet veel verschil tussen het aanpassen van pagina’s en berichten. Ik leg hier onder de werkwijze voor het maken en aanpassen van een bericht uit. Die werkwijze kun je één-op-één toepassen op pagina’s.
OK, dit is voldoende als voorbeschouwing. We gaan aan de slag.
Ga verder naar Hoofdstuk 2 over het publiceren van berichten.
