Het nut van een lokale omroep
De afgelopen twee blogs heb ik m’n best gedaan om je te overtuigen van het nut van een (publieke) lokale omroep. Het is mijn stellige overtuiging dat ieder dorp en elke stad behoefte heeft aan een journalistieke organisatie die het plaatselijke bestuur scherp in de gaten houdt. Je mag een dergelijke mediaclub met Grote Woorden ‘de waakhond van de democratie’ noemen.
Lees blog 1: De lokale media zijn failliet
Lees blog 2: De toekomst van de lokale omroep
De basisopdracht voor (lokale) journalisten is om bestuurders kritisch te benaderen en ze -in het openbaar- verantwoording te vragen voor het nakomen van beloften en afspraken. Dat klinkt misschien allemaal wat hoogdravend of betuttelend, maar ‘de macht’ moeten we op ieder niveau kunnen controleren, anders gaat de essentie van democratie verloren.
Het bordje van de bestuurder
Bedenk ook hoeveel taken de landelijke overheid recent heeft ‘gedecentraliseerd’. De gemeenteambtenaren en -raadsleden hebben tegenwoordig enorme verantwoordelijkheden op hun bordje liggen. Je kent de voorbeelden vast uit je eigen omgeving; variërend van jeugdzorg, via werk en inkomen, tot hulp aan langdurig zieken. Het is van groot belang dat daarover op lokaal niveau wordt gesproken. De lokale omroep is daar uiterst geschikt voor, want geen enkele journalistieke organisatie zit zo diep in de haarvaten van de maatschappij.
Verder kan een plaatselijke mediapartij ook zorgen voor algemenere informatie, educatieve publicaties en zelfs voor entertainment. Media hebben een prominente rol in onze democratie en cultuur. Wat we zien, horen en lezen, beïnvloedt ons beeld van de wereld en onze opvattingen. Het moet voor de lokale omroep altijd draaien om zaken die zich afspelen in de directe leefomgeving van de plaatselijke gemeenschap. Voor regionale en landelijke activiteiten bestaan immers andere voorzieningen.
RTVBetuwe beschrijft het als volgt [tekst licht gewijzigd, red.]:
“De omroep stelt zich ten doel om onafhankelijke informatie op alle maatschappelijke terreinen te bieden aan de inwoners van het uitzendgebied. De informatievoorziening moet zodanig zijn dat inwoners zicht hebben op de democratische besluitvorming in de gemeenteraad en voldoende kennis kunnen nemen van standpunten over maatschappelijke kwesties en ontwikkelingen. Daarnaast dient het aanbod informatie te bevatten over wat er te doen is in de aangesloten gemeenten en de directe regio.”
Je ontkomt er niet aan om de doelstellingen voor een lokale omroep een ietsiepietsie ambtelijk en juridisch op te schrijven. RTVBetuwe houdt het desalniettemin redelijk leesbaar, waarvoor hulde.
Tussenshot 1:
De wereld is een dorp geworden. We krijgen nieuws voorgeschoteld uit alle windstreken en van alle continenten. Veel mensen schieten in de informatiestress en willen juist terug naar verhalen uit hun directe leefomgeving. Google ziet die trend ook en komt met een speciale app voor hyperlokaal nieuws. Het programma gaat Google Bulletin heten. Op dit moment (februari 2018) wordt er een proef gedaan in twee Amerikaanse steden.
Wat zit er in de knip
De lokale publieke omroep heeft het moeilijk. De overheid stelt een enorme hoeveelheid (zware) eisen en er is veel te weinig budget. In mijn woonplaats Amersfoort moet er officieel zo’n €160.000 voor de lokale omroep worden begroot. Een paar jaar geleden heeft het gemeentebestuur dat bedrag op een slimme manier gehalveerd.
De meeste politieke partijen zien inmiddels in dat je voor die 80 mille geen florerende lokale omroep krijgt. D66 wil daarom ‘méér geld beschikbaar stellen’, GroenLinks wil ‘echt gaan investeren’, de PvdA pleit voor een ‘passend budget’ en Amersfoort Actief wil ‘meer steun voor de lokale omroep, zowel in geld als in benadering’. Dat klinkt hoopvol.
Tip:
Lees de partijprogramma’s in jouw gemeente eens grondig door, dan weet je hoe de politiek over een lokale omroep denkt.
Tussenshot 2:
Ook de partij ‘Amersfoort2014’ wil extra geld voor lokale berichtgeving. In het verkiezingsprogramma wordt echter als eis gesteld dat de regie bij de regionale omroep RTV Utrecht komt te liggen en dat die omroep voor dat geld dagelijkse radio- en tv-programma’s over Amersfoort moet gaan verzorgen. Vreemd, want RTV Utrecht heeft in de exploitatierekening van 2016 een bedrag staan van 13,4 miljoen Euro. Amersfoort is de tweede stad in de provincie. Ik zou zeggen: ook zonder extra geld uit de stadsbegroting zal RTV Utrecht aandacht moeten hebben voor Amersfoort…
Streekomroepen
De overkoepelende stichting voor de Nederlandse Lokale Publieke Omroepen (NPLO) heeft bedacht om in iets grotere samenwerkingsverbanden te gaan werken, de zogeheten streekomroepen. De NPLO maakt zich (ook) zorgen over het verschralende, journalistieke landschap en hoopt met deze gewijzigde aanpak te komen tot meer journalistieke slagkracht.
Hier in Amersfoort/Leusden betekent dat een alliantie met de lokale omroepen van Baarn, Soest en Spakenburg.
Het is de bedoeling dat het huidige budget van de afzonderlijke lokale omroepen wordt meegenomen naar zo’n streekomroep. Bovendien wil de NPLO dat de gemeentelijke subsidies door het Rijk -met een extra basisfinanciering- worden aangevuld.
Om eerlijk te zijn vind ik het een slap compromis. Financiële nood breekt weliswaar wetten, maar wat een stoere stadsomroep van Amersfoort had kunnen zijn, wordt nu een regionale dwerg. Het zou me niks verbazen als RTV Utrecht binnenkort zegt: “Hé streekomroepje, jullie doen in het klein wat onze opdracht is. Hou ‘es op!”.
’t Kan ook andersom, namelijk dat de NPLO op deze manier hoopt een deel van de miljoenen van de regionale omroepen te bemachtigen.
Al die strategische vergezichten staan jammer genoeg los van de vraag hoe betrokken een burger uit Baarn is bij de maatschappelijke, culturele en politieke situatie in Amersfoort.
Er zijn overigens prachtige samenwerkingsverbanden tussen lokale en regionale omroepen. Eén van de mooiste, actuele initiatieven is de verkiezingssite #gldstemt.nl, een krachtenbundeling van alle publieke omroepen in de provincie Gelderland.
Acht ton per streekomroep
Voor de regionale omroepen in Nederland (13 stuks) is 140 miljoen per jaar beschikbaar, voor de lokale omroepen (262 stuks) 12,5 miljoen. Volgens directeur Marc Visch van de Nederlandse Publieke Lokale Omroepen moet het aantal clubs dat bij hem is aangesloten terug naar ongeveer tachtig.
Als tegenprestatie voor die ‘efficiency slag’ wil Visch 30 miljoen extra van minister Arie Slob. Hij denkt dat zijn ‘streekomroepen’ met het extra subsidiegeld, plus eenzelfde bedrag aan reclame-inkomsten, het lokale nieuws op een verantwoorde manier kunnen ‘coveren’.
Tel even mee: 12,5 miljoen van de gemeenten + 30 miljoen van het Rijk + 30 miljoen uit reclame-inkomsten = 72,5 miljoen, verdeeld over 80 streekomroepen. Dat is ruim acht ton (zeg maar 9) per streekomroep. Amersfoort, Baarn, Soest en Spakenburg zouden daar een eind mee kunnen komen. ’t Is in ieder geval aanzienlijk meer dan de 80 mille waar Amersfoort het nu mee moet doen.
Het is ontzettend goed dat de NPLO de basisfinanciering van het Rijk vraagt. Dat vermindert namelijk de financiële afhankelijkheid van de gemeente. Het is voorwaarde dat een lokale omroep kan werken zonder dat de plaatselijke politicus zich met de inhoud bemoeit. In de huidige situatie zijn er nogal wat lokale bestuurders die denken dat de lokale omroep een onderdeel is van zijn/haar communicatiebeleid. Dat is een heel ernstige misvatting.
Geld en ambitie
Het is niet mijn bedoeling om te somberen en overal financiële beren op de weg te zien. Toch denk ik dat het een illusie is dat lokale omroepen voor 30 miljoen aan reclamegeld ‘uit de markt’ gaan halen. De adverteerders lopen op dit moment heel hard weg van traditionele mediapartijen en besteden hun geld aan de (buitenlandse) sociale media, of aan ‘branded content’ (zelf gemaakte reclame in een journalistiek jasje). Juist om die reden moet de landelijke publieke omroep volgend jaar 60 miljoen extra bezuinigen. Er komen domweg te weinig reclamecenten binnen. Ik twijfel dus sterk aan het optimistische rekenwerk van Marc Visch en zijn NLPO.
De lokale omroepen halen op dit moment 15 miljoen ‘uit de markt’ (bedrag genoemd door NPLO). Dat is geld van adverteerders en sponsors, maar ook geld dat wordt binnengehaald met aanvullende opdrachten van gemeenten en (culturele) instellingen.
Op dit moment kan 75% van de lokale omroepen niet voldoen aan de zware, wettelijke eisen. Dat zegt Marc Visch in een interview met AmersfoortKiest. Als de politiek besluit om de lokale- en streekomroepen beduidend meer geld te geven, dan zou het tij kunnen keren. De Grote Vraag is natuurlijk wanneer….
Wat mij betreft gaan lokale-, stads-, of streekomroepen niet zitten wachten op dat extra geld. Als het er komt, dan is dat mooi, maar er valt nu ook al veel te doen.
Een rijtje met tips
Je hebt inmiddels gemerkt dat ik de lokale omroepen een zonnige toekomst wens. Dat heeft ook te maken met eigen belang, want een sterke lokale omroep is goed voor mijn straat, mijn wijk en mijn stad. Het is echt doodzonde dat 75% van al die leuke clubs niet aan de wettelijke eisen kan voldoen. En ik denk dat het anders kan…
Ter afsluiting van dit driedelige verhaal over de huidige staat van de lokale omroep en de levensvatbaarheid voor de komende jaren, zet ik een paar ideeën op een rij. Ze zijn bedoeld voor iedereen die zich met hart en ziel inzet voor de lokale omroep in zijn of haar buurt.
1. Lean and mean
De eerste vereiste is dat je relevant wordt voor je uitzendgebied. Kijkers, luisteraars en online bezoekers moeten urgentie gaan voelen. Jouw lokale omroep moet er toe doen, het liefst onmisbaar zijn.
Mijn advies: begin zo klein mogelijk en stap uit de uitzendstand (over dat laatste later meer). Schrap al je overbodige kosten en investeer in een paar journalistieke en communicatieve programmamakers die weten wat de belangrijkste thema’s in jouw buurt zijn. Laat dat handjevol mensen eens per week een programma maken met een stuk of vijftien supersterke items. Knip die onderwerpen los en verspreid ze via al je (verplichte) mediakanalen over de week. Dat zijn dus twee nieuwe items per dag, ééntje ’s ochtends en ééntje ’s avonds.
2. Online, online, online
Maak internet en sociale media het belangrijkste onderdeel van je distributie. Het gebruik van de traditionele, lineaire kanalen (radio en tv) is sterk aan het veranderen en neemt -qua bereik- steeds verder af. De grote groei zit in ‘on-demand’; kijken en luisteren wanneer het de bezoeker uitkomt.
Het is noodzakelijk om de programma-items vast te leggen in beeld (foto en video), audio (radio en podcast) en schriftelijk (online, socials, papier). Je hebt al die uitingsvormen nodig om je publiek optimaal te kunnen bedienen. Het gaat om de crossmediale aanpak: alle ingezette media dragen bij aan de volledige beleving van jouw programma. Video is dus niet belangrijker dan audio of tekst, maar alle mediavormen hebben elkaar nodig om maximale impact van de behandelde onderwerpen te bereiken.
3. Vergeet Sky Radio
De wekelijkse ‘uitzending’ hoeft niet gemaakt te worden in een (dure) eigen studio. Je kunt op zoek gaan naar een lokatie in het hart van je uitzendgebied. Daar ben je zichtbaar voor de inwoners. Zet een presentatieset in de plaatselijke bibliotheek, in het dorpscafé, of in de etalage van een leeg winkelpand. Op die manier kun je misschien ook de huur van je huidige onderkomen van de begroting halen, inclusief de kosten voor de nutsvoorzieningen en een aantal verzekeringen.
Waarschijnlijk heb je al gezien dat in dit pleidooi voor een nieuwe, lokale omroep de ‘muziekcomputer’ ontbreekt. Wat mij betreft is het volstrekt onnodig om 24/7 de concurrent van Sky Radio te zijn. Schuif al die leuke deuntjes aan de kant en focus vooral op gesproken informatie. Dat is namelijk wat de lokale mediaconsument wil horen, het nieuws uit zijn/haar leefomgeving. Met een beetje mazzel kun je zelfs dat dure abonnement van BUMA/SENA opzeggen.
4. Leid mensen op
Je hebt nog steeds behoorlijk wat apparatuur nodig, maar zeker zo belangrijk zijn de mensen die de spullen bedienen. Zorg dat je investeert in (interne) opleidingen. Dat geldt voor alle aspecten van jouw lokale station. Geef cameramensen goede training, zorg voor grote deskundigheid bij de editors, begeleid de redacteur(en) en laat de website ontwikkelen met hulp van professionals.
Natuurlijk ga je op zoek naar samenwerking met andere mediamakers in je uitzendgebied. Dat kan een lokale krant zijn, een fotoclub, een spraakmakende columnist, de dorpsdichter, of een enthousiaste vlogger. Die mensen vraag je vriendelijk je om aanvullend materiaal te maken. Anders gezegd: jij selecteert het onderwerp en geeft een duidelijk omschrijving van het materiaal dat je hebben wilt.
Een voorbeeld:
Het zwembad in jouw dorp moet tijdelijk sluiten omdat er iets mis is met de kwaliteit van het water. Nodig zelf de directeur van het zwembad uit in je uitzending en zet in een gesprek van maximaal vijf minuten alle feiten op een rij. Zoek daarnaast een fotograaf om het rimpelloze zwemwater vast te leggen en vraag de dichter om een grappige limerick te maken over de tienmeterplank. Die aanvullende, creatieve werkstukken kun je gebruiken om je onderwerp meer ‘gewicht’, of juist ‘lucht’ te geven.
5. Werk samen en maak contact
Nodig de journalist van lokale krant altijd uit bij het programma, zodat er ook verhalen gemaakt kunnen worden voor zijn/haar medium. Die kranten komen in vrijwel iedere brievenbus, op de deurmat van jouw potentiële publiek. Daar wil je bij horen…
Belangrijk om te weten:
De wekelijks verschijnende kranten in jouw dorp of stad zijn allemaal hard op zoek naar relevant beeldmateriaal. Jij maakt de video’s die zij willen. Je hebt elkaar dus iets te bieden.
In Twente zijn een commerciële krant (Tubantia) en de lokale omroep (1Twente Enschede) een privaat/publieke samenwerking gestart. Het is weliswaar een experiment, maar de resultaten zijn zo goed dat ik er geld op inzet dat deze constructie de norm gaat worden.
En het allerbelangrijkste: Onderhoud contact met de bezoekers, de kijkers en de luisteraars. De tijd van het eenrichtingsverkeer is voorbij. De kijker, luisteraar en bezoeker is geëmancipeerd en wil invloed op programma’s. Schrijf (foutloze) nieuwsbrieven, post nieuwtjes, (hash)tag je drie slagen in de rondte. Houd in de gaten hoe er wordt gereageerd. Analyseer vervolgens wat er leeft in jouw omgeving en ga daarmee aan de slag.
6. Groei steeds groter
Als jouw omroep geen deuk in een zacht pakje lokale boter kan slaan, dan zul je weinig steun krijgen van politici, adverteerders, samenwerkingspartners en luisteraars of kijkers. Toon aan dat je er toe doet, dan pas kun je gaan uitbreiden. Je bestaansrecht is afhankelijk van geloofwaardigheid, de toonaangevende rol in je gemeenschap en de urgentie van je onderwerpen.
Zet dus in eerste instantie al je kaarten op de relevantie van je lokale omroepbedrijf. Investeer in de kwaliteit van je ‘content’. Zorg dat er bij de kapper -liefst in positieve zin- over je wordt gepraat. Dat betekent overigens niet dat je confrontaties uit de weg moet gaan. Van mij mag je ze juist opzoeken.
Als er een lokale politicus met een dubbele pet in de gemeenteraad zit, wees kritisch, heel kritisch… Zet je beste redacteur op het onderwerp en haal alle feiten boven water. Dat zal je niet door iedereen in dank worden afgenomen, maar het is wel je taak. Daar krijg je subsidie voor.
Je bent immers de waakhond van de lokale democratie….
Lees blog 1: De lokale media zijn failliet
Lees blog 2: De toekomst van de lokale omroep
Leestips:
Hoe beïnvloedt (het gebrek aan) lokale journalistiek de Nederlandse democratie?
Gelukkig zijn hier geen journalisten (3 artikelen over journalistiek in de regio)