Onderzoekscijfers zijn leuk. En multi-interpretabel!
Vier gerenommeerde organisaties hebben hun beste beentje voorgezet om de tijd die we aan media besteden grondig in kaart te brengen. Het gaat om een samenwerking tussen het Nationaal Luister Onderzoek (NLO), het Nationaal Onderzoek Multimedia (NOM), Stichting KijkOnderzoek (SKO) en het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP). Hun onderzoeksproject heet Media:Tijd en het is -naar mijn weten- de eerste keer dat het cijfermateriaal op deze manier wordt gepresenteerd.
Net als bij ieder ander onderzoek ben ik nu al nieuwsgierig naar het rapport van volgend jaar, want dan zie je de verschuivingen. Ik beperk me hier tot ons luistergedrag. In het rapport staan ook cijfers over kijken en lezen. Je kunt het gratis downloaden.
Luisteren kan op veel manieren. Je kunt daarvoor je mobieltje gebruiken, je TV-toestel, Spotify, een oude LP, enzovoort. Uit het onderzoek wordt duidelijk dat verreweg de meeste tijd (ruim 75%) wordt geluisterd naar de vaste, de draagbare, of de autoradio. “Hoe zou die verhouding dertig jaar geleden zijn geweest?”, vraag ik me dan af. “Is er een tijd geweest dat we uitsluitend radio luisterden?”
Op een gemiddelde dag luisteren we 2 uur en 48 minuten naar de radio en muziek. Een kwart van de luistertijd (42 minuten) bestaat uit luisteren tijdens het uitvoeren van betaald werk. Dat zijn dus al die radio’s in fabriekshallen en op steigers.
Ook als we onderweg zijn en reizen met eigen vervoer staat vaak de radio aan: circa 12% van de totale luistertijd bestaat uit luisteren terwijl we onderweg zijn. Daarnaast zijn huishoudelijk werk (9% van de luistertijd) en eten en drinken (8% van de luistertijd) veel genoteerde activiteiten tijdens luisteren.
Luisteren naar radio en muziek is onze belangrijkste mediaconsumptie overdag. ’s Avonds kijken we TV. Heel veel. Het verbaast me dat Internet maar zo’n klein percentage van onze tijd in beslag neemt.
