Het stormt al jaren in Hilversum. De Publieke Omroep heeft het zwaar. Er zijn weinig politieke partijen die echt van de omroepen houden.
Volgende week gaan we stemmen. Thema’s als de vluchtelingencrisis, de zorg, terrorisme en de verruwing van de maatschappij krijgen veel aandacht. Terecht! Maar politieke partijen vinden óók iets van de publieke omroep. Daar hoor je weinig over in late night talkshows, of in de ochtendprogramma’s op Radio 1.
Ik heb eens wat rondgeneusd op internet. Je krijgt aan het eind een paar relevante linkjes, maar eerst een korte samenvatting en een mening….
Structurele bezuinigingen
In de laatste paar crisisjaren (2012-2015) is het budget voor de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) substantieel gekort. Het hangt een beetje af van de rekenmethode, maar er is een kwart tot een derde op de begroting bezuinigd. Er is geschrapt en gefuseerd. Ik denk dat je voorzichtig kunt spreken van dramatische wijzigingen.
’t Is nog niet klaar met de ellende, want vrijwel alle politieke partijen willen de publieke omroep verder decimeren. Ik krijg jammer genoeg niet goed zicht op de begrotingsbedragen. In ieder geval vindt bijna iedere politicus dat het aantal radio- en tv-zenders moet krimpen.
De Partij van de Arbeid is de uitzondering die de regel bevestigt. De club van Lodewijk Asscher wil zowaar 100 miljoen extra uittrekken voor de publieke programma’s uit Hilversum.
Luizen in de pels zijn nodig
Het is sneu voor al die hardwerkende redacties dat hun inspanningen zo minimaal worden gewaardeerd in Den Haag. Maar belangrijker nog: het is ontzettend dom om de publieke omroep langzaam naar de afgrond te duwen. We hebben op dit moment juist een sterk medialandschap met uitmuntende journalistieke programma’s nodig. We kunnen de kritische blik van ‘de waakhonden van de democratie’, ‘de luizen in de pels van de machthebbers’ en ‘de poortwachters van het nieuws’ onmogelijk missen.
Het is een beetje makkelijk om nu te verwijzen naar de leugens die Trump en Poetin rondstrooien, of naar de bonnetjes-affaire in ons eigen land. Toch doe ik het om aan te tonen dat onafhankelijke en kritische mediamakers bittere noodzaak zijn. Bedrog, alternative facts en fake news zijn aan de orde van de dag. Zonder vasthoudende journalisten zou de deksel al stevig op menige beerput liggen.
Publieke omroep moet duurzaam zijn
We hebben de indruk dat nieuws ook wel zonder publieke omroep tot ons zal komen. RTL heeft immers ook een goed ‘journaal’ en een prima parlementaire redactie. Het probleem is echter dat dergelijke programma’s niet toekomstbestendig zijn. Als de aandeelhouders hogere winstmarges eisen, dan worden de duurste redacties geschrapt.
De overheid zou zichzelf moeten verplichten om stevig te investeren in onafhankelijke, betrouwbare en duurzame mediaredacties. Alleen op die manier bouw je aan kwaliteit en deskundigheid.
En er is nog iets anders aan de hand. Het aantal distributiekanalen en -platforms is enorm toegenomen. Iedereen met tijd en geld kan z’n eigen ‘nieuwskanaal’ opzetten. De grote multinationals toveren hun marketingafdelingen om tot mediaredacties. Ze produceren hun eigen nieuws met hun eigen waarheid. De kijker of luisteraar moet ‘mediawijs’ genoeg zijn om door het geroeptoeter heen te luisteren.
Fake news
De laatste maanden wordt duidelijk dat zelfs geoefende madiagebruikers niet meer in staat zijn om echte van valse informatie te onderscheiden. Facebook -nota bene- neemt het initiatief om samen te werken met professionele nieuwsorganisaties om onbetrouwbare berichten van hun tijdlijnen te verwijderen.
Mark Zuckerberg en de zijnen verdienen een compliment. Zij snappen dat onbetrouwbaarheid van berichtgeving -op den duur- de dood in de pot is. Dan maar wat extra geld er tegenaan, zolang het niet te laat is…
Daar zouden de politieke partijen in Den Haag een voorbeeld aan kunnen nemen.
Iedereen bereiken
Ik zie in de partijprogramma’s dat er serieus wordt geschreven over de behoefte aan kwaliteitsjournalistiek. De meeste partijen denken dat ze dat faciliteren door één publiek tv-net en hooguit twee radiozenders overeind te houden. Dat is echter een misvatting.
De publieke omroep moet (lees de omroepwet) de volledige breedte van de Nederlandse samenleving bedienen; van jong tot zeer bejaard en van laag- tot hoogopgeleid. Dat gaat niet lukken met één tv-kanaal waarop een verzameling Journaals, documentaires, regionaal nieuws en opiniërende rubrieken te zien is. Dat aanbod wordt alleen gewaardeerd door de iets beter geschoolde 60-plusser. De lageropgeleiden en jongeren ben je dan definitief kwijt.
In het kort
Laat ik m’n pleidooi in twee regels samenvatten, speciaal voor politici met weinig tijd:
1. zorg voor een bestendig en kwalitatief hoogstaand journalistiek klimaat,
2. zie de meerwaarde van de publieke omroep en durf daarin te investeren.
Leesvoer:
Broadcast Magazine over de politiek en publieke omroepen.
Het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek over de politiek en de journalistiek.