Als je regelmatig naar BNR Nieuwsradio luistert, dan weet je dat de ‘BV Nederland’ in een heftige ’transitieperiode’ zit (ik gebruik hier dezelfde woorden die ik vrijwel ieder uur hoor van de presentatoren en hun gasten). De conclusie aan het eind van ieder programma luidt:
‘start-ups’ zijn de nieuwe hoeksteen van de samenleving en als een bedrijf even vergeet om ‘disruptive’ te zijn, dan kun je beter meteen het faillissement aanvragen.
Managers zijn passé
Vandaag hoorde ik dat de functie ‘manager’ binnenkort alleen nog voorkomt in het woordenboek. Het schijnt tegenwoordig een werknemersgenre te zijn dat verdere groei van het bedrijf ernstig belemmert. We hebben genoeg aan zelfsturende teams met verantwoordelijkheid op de werkvloer. Professionals hebben immers geen manager nodig. Het houdt maar op en leidt maar af.
Kortom: alles moet anders. Stilstand is achteruitgang en meer van dat soort clichés.
Weet je wat het is? Ik ben het er wel mee eens. Je merkt aan alles dat onze maatschappij als een gek bezig is om te vernieuwen (‘innoveren’ heet dat bij BNR). De digitalisering en de groei van internet vereist een nieuwe kijk op allerlei aspecten van ons leven. Op het werk wordt alles anders, maar ook in je persoonlijke leven staat niets meer stil. Je moet jezelf verplichte uren zonder sociale media opleggen om uit de klauwen van de stress te blijven. Het is volstrekt begrijpelijk dat er steeds meer dertigers met een burn-out thuis zitten.
Iedereen is uitgever
Ook in mijn wereld van communicatie en marketing rent iedereen zich rot om bij te blijven. De consument eist nieuwe strategieën en producten. De traditionele reclame heeft z’n beste tijd gehad. TV verkoopt voor miljoenen minder aan STER-blokken, de kranten hebben geen idee hoe ze hun reclame-inkomsten op peil moeten houden en radiostations moeten hun commercials steeds verder in prijs verlagen om nog iets te verkopen.
Verkoop via online-kanalen gaat steeds beter. Veel bedrijven (en bedrijfjes) ontdekken dat ze hun eigen uitgever kunnen worden. Ze gebruiken hun advertentiebudget dan ook voor de eigen platforms (websites, video’s, podcasts) en besteden de resterende Euro’s aan campagnes bij Facebook en Google.
Schreeuwreclame is inmiddels dood. De potentiële klant wil het autentieke verhaal achter een bedrijf of een product horen en niét dat WC-eend vindt dat WC-eend zo geweldig is. ‘Storytelling’ en ‘Brand Journalism’ zijn de hippe termen in mijn dagelijkse bestaan.
Enecogroep aan de journalistiek
De afgelopen weken kwam ik onverwacht terecht in een prachtige campagne van de Enecogroep. Dat consortium heeft het ontzettend goed begrepen. Ze vertellen uitgebreid, met kennis van zaken en in begrijpelijk Nederlands over de ’transitie’ van de energiesector. Het zijn mild-kritische journalistieke producties. Je vindt nergens brallerige teksten over hoe goed die Enecogroep is, maar wel een duidelijke uitleg over de koers en de strategie die wordt gevolgd.
Ik ben vooral onder de indruk van de buitengewoon informatieve websiteverhalen. Het lijkt alsof kosten noch moeite worden gespaard om ons, de consument, op een integere, objectieve manier voor te lichten. Natuurlijk wil de Enecogroep er zelf ook beter van worden, het is immers geen charitatieve instelling, maar dat eigenbelang voert nergens de boventoon.
Redder van de BV Nederland
Het bedrijf positioneert zich als een sterke sleutelspeler in de eigen bedrijfstak met een toonaangevende invloed als het gaat om de enorme veranderingen waarmee de energiesector de komende jaren moet gaan dealen. Dat is een stevige agenda en toch maken ze tijd vrij om kleine klanten zoals ik ’transparant’ te informeren.
Petje af. Met partijen zoals de Enecogroep gaat de BV Nederland het wel redden…
Disclaimer: ik ben geen klant van Eneco, maar helemaal ‘neutraal’ kun je me ook niet noemen. Je kunt mijn stem horen in de radiocommercials van de organisatie.